Sinds januari 2023 huist KC De Telescoop in een gloednieuw schoolgebouw. Bij binnenkomst zie je direct een mooi theater waar de thema's worden gestart en afgesloten. Tijdens een rondleiding door de school valt het op dat de klaslokalen heel klein zijn. "Het is de bedoeling dat de leerlingen zo veel mogelijk bezig zijn op de leerpleinen”, legt juf Linda uit terwijl ze de leerpleinen laat zien. De leerlingen maken daar hun opdrachten en doen er onderzoek naar allerlei onderwerpen. Er wordt zelfstandig gewerkt en ze communiceren met elkaar in groepjes. Er wordt ook samengewerkt met andere leerjaren. Met de vaardigheden zit het dus wel goed. Maar hoe zit het dan met de kennisoverdracht?
Voor dit artikel in de serie 'In de klas' zijn we bij Linda van Overveld. Ze geeft les aan groep 8 op KC De Telescoop in Voorburg. Op dit moment doen haar leerlingen voor wereldoriëntatie onderzoek naar de verschillen en overeenkomsten tussen een beroep in Nederland en in het buitenland: “Daar maken ze dan bijvoorbeeld een infographic over.”
Iedere wereldoriëntatie-les begint Linda met een klassikale introductie. Het valt haar echter geregeld op dat er soms maar weinig informatie van de vorige lessen is blijven hangen. Dat is iets waar ze zich zorgen om maakt. Daarom zoekt ze naar manieren om de kennisoverdracht te verbeteren zonder de focus op onderzoekend leren en 21e-eeuwse vaardigheden als samenwerken te verliezen.
Het onderwijs op De Telescoop is ingericht op onderzoekend en ontwerpend leren. In ongeveer twee weken wordt de theorie van een thema behandeld; daarna gaan de leerlingen zelf op onderzoek uit. “Het gaat ons om het leren leren”, vertelt Linda. Vaardigheden zijn voor haar het belangrijkst: “Het allerleukste aan mijn beroep vind ik om dat leermomentje bij de kinderen te zien. Dat je ze een vaardigheid meegeeft waar ze de rest van hun leven iets aan hebben.”
Maar aan de andere kant worstelt ze er dus mee dat ze haar leerlingen de nodige kennis als bagage mee wil geven: “Ook al toetsen we wereldoriëntatie niet bij de eindtoets, toch voel je heel erg die druk.” Op dat gebied zijn ze nog zoekende. Het liefst sluiten ze thema’s af met een eigen onderzoek, door middel van presentaties of, zoals nu, door het maken van een infographic: “Maar we vragen ons ook af of, en hoe, we moeten toetsen. Hoe ga je anders controleren of je de kerndoelen haalt en of ze daadwerkelijk geleerd hebben van je les?”
Na de klassikale introductie gaan de leerlingen zelfstandig aan het werk. Ze verspreiden zich over diverse plekken op het leerplein. Er zijn kleine coupés waar in stilte gewerkt kan worden en grote tafels waar groepjes bij elkaar zitten. Ondanks dat er op het leerplein verschillende leerjaren aan het werk zijn, is het er opvallend rustig. Om dat voor elkaar te krijgen, gelden er strikte regels. “Je moet het verdienen om op het leerplein te mogen werken”, verklaart Linda de rust.
Op De Telescoop hebben ze het gebouw, en het onderwijs zelf, zo ingericht dat het aansluit op de visie van de school. “Hier op school leren we met hoofd, hart en handen”, legt Linda uit. “Het hoofd is wat wil je weten, het hart is wat wil je beleven en de handen wat wil je doen.” In het lokaal en op de leerpleinen laten ze dat samenkomen.
Het team op De Telescoop was zelf ook verrast over hoe goed de kinderen op het leerplein zelfstandig kunnen werken. “Het is er een stuk rustiger dan in de de klassen zelf.” Toch is het niet voor iedereen stil genoeg. “Niet schrikken als er zo meteen ook leerlingen uit een kastruimte komen”, waarschuwt Linda. Daar zijn leerlingen namelijk bezig met geluidsopnames. “Op andere plekken hadden ze te veel last van het geluid van anderen.”
In haar zoektocht naar een oplossing om de kennisoverdracht te waarborgen, laat Linda haar leerlingen steeds vaker en meer verschillende leerstrategieën toepassen. Ze laat ze bijvoorbeeld zelf ezelsbruggetjes bedenken bij de stof, maar ook door middel van het maken van mindmaps. “Bij een mindmap is het heel belangrijk dat ze structuren in de tekst die ze opschrijven aanbrengen. Door verschillende kleuren te gebruiken, maar ook met de takken die ze maken in de mindmap. Op die manier kunnen ze de stof beter onthouden”, legt Linda uit. “En doordat ze plaatjes toevoegen aan de mindmap, worden bruggetjes tussen beide hersenhelften gelegd.” Op die manier sluit ze aan op wat bij de individuele leerlingen past: ”Zo wordt de stof echt eigen.”
Niet alleen voor de leerlingen is het onderwijs veranderd. Doordat verschillende leerjaren op hetzelfde moment gebruikmaken van de leerpleinen hebben Linda en haar collega’s steeds meer een coachende rol gekregen. “Als ik daar een rondje loop, krijg ik ook vragen over stof uit een andere klas”, zegt Linda. “Dat heb ik natuurlijk niet voorbereid.” De leerkrachten op De Telescoop zijn daardoor steeds meer een coach: “Door de juiste prikkelende vragen te stellen, help je de kinderen op het leerplein weer verder. Daarvoor hoef je niet alles te weten.”
Dat vindt Linda ook zo leuk aan het onderwijs: “Dat ik door prikkelende vragen te stellen, door een project met ze te doen, dat ik ze daarmee juist dat stapje verder kan helpen. En dat ze daar dan later ook echt iets aan hebben. Dus niet alleen dat stukje kennis dat ik ze meegeef, maar juist die vaardigheden.”