Blog

Nieuwsgierige leerlingen leren meer

Heb jij enig idee hoeveel uren jij ongeveer op de basisschool hebt doorgebracht? Niet schrikken. Dat is rond de 7000 klokuren. En een groot deel van die tijd heb je waarschijnlijk klassiek onderwijs gehad waarbij de leerkracht lesgeeft en de leerlingen stil moeten zijn. Het is bijna niet meer van deze tijd. Tegenwoordig is er in het basisonderwijs meer en meer aandacht voor het leren leren.

Een cruciale rol voor jou

Bij leren leren gaat het niet alleen over hoe je het beste voor toetsen kunt leren. Het gaat veel verder dan dat. Het gaat over strategisch leren dat verweven is in het dagelijkse onderwijs. Het ontwikkelen bij kinderen van executieve functies als timemanagement, volgehouden aandacht en taakinitiatie hoort daar zeker bij. Als leerkracht speel jij hier een cruciale rol in. De leerlingen zullen gemakkelijker en meer gaan leren als de leerkracht leerstrategieën aanreikt waarbij de nieuwsgierigheid van de leerlingen wordt geprikkeld.

Die leerstrategieën variëren van bewegend leren tot onderzoekend leren. Voor veel leerkrachten zijn deze vernieuwingen in het onderwijs soms even wennen maar wel bewezen effectief. De leerlingen zelf ervaren deze manieren van onderwijs als leuk en prettig. De leerstrategieën vormen de basis voor die onderwijsvernieuwingen. Onderwijsvernieuwing en leerstrategie gaan dan ook hand in hand met elkaar. Bij dit soort veranderingen is het wel belangrijk dat de resultaten goed gemonitord en geëvalueerd worden. Je kunt er niet blind op vertrouwen dat onderwijsvernieuwing automatisch resulteert in hogere leeropbrengsten.

Onderwijsvernieuwing en leerstrategieën

Leren kan dus op verschillende manieren. Denk aan onderzoekend leren, het EDI-model, actief leren, bewegend leren, etc. Dit zijn leerstrategieën. Welke leerstrategie spreekt jou het meest aan? Iedere strategie heeft zijn eigen legitimering waarmee de leerlingen op een optimale manier leren. En weet je, de ene leerstrategie sluit de andere niet uit. Onderwijsvernieuwing wil niet zeggen dat je jouw manier van lesgeven meteen om hoeft te gooien.

Onderzoekend leren

Onderzoeks-vaardigheden baby's dat ze vingers hebben en dat ze die kunnen bewegen. Er is niemand die ze dat vertelt. En ze kunnen daar heel druk mee zijn. Deze nieuwsgierigheid blijft nog heel goed zichtbaar tot in de kleuterklas. Maar schokkend genoeg neemt deze nieuwsgierigheid van de leerlingen geleidelijk af vanaf het 7e levensjaar. Kinderen leren meer feiten en vinden vanaf dat moment steeds meer dingen vanzelfsprekend. Bijvoorbeeld dat het na de winter weer lente wordt en na de zomer herfst. Hierdoor worden de leerlingen minder nieuwsgierig met als gevolg dat de intrinsieke motivatie afneemt.

Verschillende onderzoeken wijzen uit dat onderzoekend leren een positief effect heeft op de intrinsieke motivatie omdat daardoor de nieuwsgierigheid bij leerlingen toeneemt. Het leerrendement gaat hierdoor ook omhoog. In het basisonderwijs proberen de leerkrachten hier op in te spelen. Toch is het makkelijker gezegd dan gedaan om meer onderzoekend leren terug te laten komen in de klas. Leren de leerlingen wel wat ze moeten leren en wordt er voldaan aan de kerndoelen? Je vraagt je misschien af of je de leerlingen op het gewenste niveau aflevert aan de volgende klas.

Bij onderzoekend leren moet je er op vertrouwen dat de leerlingen het beste leren door te onderzoeken. Als leerlingen een paar uur in de week de mogelijkheid krijgen om te leren door zelf te onderzoeken, zal hun aangeboren nieuwsgierigheid gestimuleerd blijven. De onderzoekscyclus wordt een manier van werken voor de leerlingen die ze vervolgens ook gaan toepassen in andere lessen. Ze laten zich niet meer primair leiden door aangeboden feiten maar durven kritisch te zijn. Ze zullen meer van de vragen die zij in gedachten hebben toelaten dan daarvoor.

Ontwerpend leren

Ontwerpend leren lijkt veel op het onderzoekend leren. Deze leerstrategie heeft namelijk ook een eigen cyclus: de ontwerpcyclus. Bij deze manier van leren bedenken de leerlingen zelf hoe ze dit op een leuke manier kunnen doen. Bijvoorbeeld door zelf een spel te bedenken voor het leren van de tafel van 8. De leerlingen maken een spel waarmee de tafels spelenderwijs worden geleerd. Op de lange termijn zal het spelend leren een positief effect hebben op de schoolresultaten en het sociaal-maatschappelijk functioneren.

Het is belangrijk dat de leerlingen in een soort flow komen waarbij zij gefocust zijn op het ontwikkelen van het spel. Op die manier krijgen de leerlingen heel veel ideeën. De leerlingen mogen gebruik maken van allerlei materialen die voorhanden zijn. Denk aan kartonnen dozen, bekers, knutselspulletjes, etc.
Eerst maken ze een prototype dat ze gaan testen. Dit prototype passen ze aan totdat het spel compleet is. De spellen worden gepresenteerd aan de klas. Dit is een belangrijk onderdeel van de ontwerpcyclus. Als leerling ben je er namelijk trots op als je spel werkt.
Het doorlopen van de ontwerpcyclus neemt ongeveer twee lessen van een uur in beslag.

Bewegend leren

Je hoeft tegenwoordig niemand er meer van te overtuigen dat bewegen goed voor je is. In het onderwijs heeft bewegen nog een positief bijeffect: bewegen bevordert namelijk de leeropbrengsten van de leerlingen. Juf Iris van OBS De Meander in Delfgauw laat haar leerlingen regelmatig bewegen tijdens de les. Bijvoorbeeld tijdens topografie. Dan gaan de leerlingen in een circuit met de opdrachten aan de slag. De ervaring leert dat de leerlingen dan meer betrokken en beter gemotiveerd zijn. Het concentratieniveau van de leerlingen neemt na zo’n les ook flink toe. En wat grappig is om te weten: door bewegend leren regelmatig in te zetten, neemt het verzuim onder de leerlingen af.

Zelfregulerend leren

Zelfregulerend leren is een leerstrategie waarbij het gaat om het aanleren van zogenaamde metacognitieve vaardigheden. Deze vaardigheden worden vertaald naar 7 stappen die je bij het zelfregulerend leren doorloopt. Achtereenvolgens zijn dit:

  1. Taakoriëntatie en voorkennis activeren.
  2. Doelen stellen.
  3. Plannen: welke stappen moeten worden genomen om het doel te behalen?
  4. Systematisch uitvoeren.
  5. Monitoren:checken waar je bent in je planning. Houd je aan het stappenplan.
  6. Evalueren.
  7. Reflecteren: kritisch kijken naar alle stappen van het proces.

Bij het doorlopen van deze stappen ervaren de leerlingen veel autonomie. Wist je dat internationaal onderzoek uitwijst dat het stimuleren van de autonomie zowel de motivatie als de leeropbrengsten vergroot? Let wel: autonomie houdt niet in dat je de leerlingen helemaal loslaat en laat zwemmen. Bij het ervaren van effectieve autonomie speelt het bieden van kaders en grenzen een grote rol. De 7 metacognitieve vaardigheden binnen het proces van zelfregulerend leren ondersteunen het bieden van kaders en grenzen.

Kies zelf de variatie die bij je past

Zoals je ziet zijn er verschillende manieren om de leerlingen tot leren te laten komen. Je hebt kunnen lezen dat de leerlingen tijdens schooltijd intensief leren. Bij de genoemde leerstrategieën treedt de docent meer naar de achtergrond en fungeert meer als coach. Over coachend lesgeven lees je meer in een dit artikel.
Je hoeft je zeker niet bij één leerstrategie te houden. Ook hoeft een gekozen strategie niet de hele dag te duren. Door verschillende leerstrategieën aan te bieden zorg je voor variatie in het leren. Dat maakt het onderwijs leuker. Bovendien spreek je meer leerlingen aan die onderling in behoefte verschillen.

In het begin kan het aanbieden van een andere leerstrategie wel wat meer moeite kosten. Dat kan verschillende redenen hebben. Zowel jij als de leerlingen moeten misschien even wennen. Meester Richard vroeg daarom zijn leerlingen om hulp toen hij meer coachend ging lesgeven. Maak stapje voor stapje vanuit het klassieke onderwijs de onderwijstransitie. Natuurlijk hoef je niet van de ene op de andere dag om te schakelen; doe het op jouw manier.