Blog

Waarom digitale geletterdheid een onmisbaar vak is

Wat je vandaag leert bij digitale geletterdheid, is morgen alweer achterhaald. De ontwikkelingen op digitaal gebied gaan immers zo snel. Sneller dan je je kunt voorstellen. Maar dat wil niet zeggen dat je digitale vaardigheden dan ook direct achterhaald zijn. Als je mij een paar jaar geleden had gevraagd wat artificial intelligence op dit moment zou kunnen, zou ik nooit hebben durven voorspellen wat met tools als ChatGPT nu mogelijk is. Juist daarom is het van groot belang dat we ervoor zorgen dat onze leerlingen digitaal vaardig worden. Omdat ze met de juiste vaardigheden met al die ontwikkelingen om leren gaan.

Wat zijn digitale vaardigheden ook alweer en wat leer je bij het vak digitale geletterdheid? Op SLO.nl staat het uitgebreid uitgelegd.

Leerlingen worden niet vanzelf digitaal vaardig

Ten onrechte gaan we ervan uit dat leerlingen vanzelf wel digitaal vaardig zouden worden. Want, zo denken we, ze komen de hele dag door in aanraking met de digitale wereld via hun tablets en telefoons. Op school werken ze op chromebooks en een groot deel van de lessen wordt gegeven met behulp van het digibord. Natuurlijk moeten we ze even op weg helpen met het maken van een document in Word, maar daarna kunnen ze het toch gewoon googelen? Als ‘bewijs’ hiervoor hoor je geregeld uitspraken als: wist je dat er ooit bij ons een leerling in groep 6 zat die helemaal zelf een game had ontwikkeld? En daaruit wordt vervolgens geconcludeerd dat die digitale vaardigheden vanzelf wel komen. Laten wij als leerkrachten ons maar richten op de leerlingen goed leren lezen, schrijven en rekenen. Dat is al lastig genoeg en daarvoor hebben we al te weinig tijd. Als er dan ook nog een extra vak als digitale geletterdheid bij komt, wordt dat vooral gezien als een doel, terwijl het ook een middel kan zijn om binnen andere vakgebieden meer te leren.

JufLindinha

Tot zover wat ik geregeld in mijn omgeving hoor. Maar wat je ook van alle ontwikkelingen in het onderwijs vindt, de belangrijkste taak van het primair onderwijs is kinderen een basis van kennis en vaardigheden geven waar ze de rest van hun leven op verder kunnen bouwen. Vanzelfsprekend zijn lezen, schrijven en rekenen in dit opzicht van fundamenteel belang. Echter, in de huidige digitale samenleving kunnen de digitale vaardigheden minstens net zo belangrijk worden.

Wat als twee plus twee ineens vijf is? 

Bij rekenen leer je dat twee plus twee vier is. En omdat je hebt leren lezen, weet je wat hier staat. Maar wat nu als je ineens online overal leest dat twee plus twee vijf is? Dat is een van de redenen dat het vak digitale geletterdheid te belangrijk is om links te laten liggen. Leerlingen doen hiermee vaardigheden op die minstens zo belangrijk zijn als goed kunnen lezen, schrijven en rekenen. Waarom? Bot gezegd: tussen alle nuttige informatie staat er ook heel veel troep op het internet. Weet jij wat wel klopt en wat niet? Ondertussen zeggen we wel tegen onze leerlingen: googel het maar. Dan wil je wel dat ze de juiste informatie kunnen filteren. Daarvoor moeten wij ze de juiste handvatten geven. 

Mediawijsheid is een vaardigheid waar je niet meer zonder kunt

Mediawijsheid is een van de vaardigheden waar leerlingen in de huidige samenleving niet meer zonder kunnen. Daaronder vallen onder andere kritisch denken en de kunst om bronnen te kunnen beoordelen op betrouwbaarheid. In het genoemde geval van twee plus twee is dat nog eenvoudig te controleren. Maar hoe zit het met nepnieuws? Wat als je allemaal ‘wetenschappelijke’ artikelen tegenkomt waarin bewijs geleverd wordt dat de aarde geen bol is maar plat? Dan wordt het ineens een stuk schimmiger. Hoe ga je daarmee om?

FaqtaLes-16-2

Online navigeren omvat meer dan enkel een zoekopdracht invoeren en op links klikken. Zie de zoekmachines als een landkaart. Om dan goed te navigeren heb je ook een kompas nodig. Je moet weten hoe de legenda werkt. Misschien heb je af en toe een zakmes nodig. Of een lifeline. Iets waar je altijd op terug kunt vallen. Dat moeten we als leerkrachten onze leerlingen bieden.
Hoe je dat bevordert? Bijvoorbeeld door je leerlingen zelf een fake news-artikel te laten schrijven en hun klasgenoten daarmee te overtuigen. De leerlingen verplaatsen zich in een schrijver van nepnieuws-artikelen. Zo leren ze welke gedachten er door zo iemand heen gaan. Vervolgens kunnen ze dat toepassen wanneer ze zelf het internet opgaan. Natuurlijk kunnen ze daarna nog niet direct elk bericht precies op de juiste waarde beoordelen, maar er is wel bewustzijn ontstaan. Je geeft handvatten mee en een kritische blik. Dat is natuurlijk nooit weg.

Hoe doe je dat?

Bij digitale geletterdheid werkt het iets anders dan bij vakken als taal of rekenen. Informatievaardigheden of computational thinking leer je op een andere manier aan als de tafel van zeven. Betekenis geven is daarbij nog belangrijker. Want geen enkele leerling zit te wachten op een cursus documenten maken in Word. Ze hebben geen zin om te leren waar alle knopjes in Powerpoint voor dienen. Het wordt pas interessant als het direct toepasbaar is. 
Hoe belangrijk ik digitale vaardigheden ook vind, het vak digitale geletterdheid is geen vak dat je moet geven zoals je een rekenles geeft. Je zet het vak niet in omdat het nu eenmaal moet en je werkt niet zomaar een les af. Want juist wat je leert bij digitale geletterdheid, kun je direct inzetten bij andere vakken. Ik denk dat dat de manier is zoals je het als leerkracht zult moeten benaderen. 

Een voorbeeld: De leerlingen van groep 6 moeten bij taal een verhaal afmaken. Dan pak je bij digitale geletterdheid de les over Word erbij. Hoe sla je een document op? Je leert ze hoe ze gemakkelijk verschillende versies kunnen maken. Het leukste: ze leren hoe ze het er zelf uit kunnen laten zien alsof het uit een echt boek komt. Zo wordt het meer dan leren waar je moet klikken om een ander lettertype te kiezen. Het is direct toepasbaar en je leerlingen zien het nut ervan in.

Op de basisschool maakt het nog indruk als je zegt dat iets verboden is

Aan de ene kant zijn we in de veronderstelling dat onze kinderen digitaal vaardiger zijn dan in werkelijkheid het geval is. Tegelijkertijd gaan we aan de andere kant, bij zaken als bijvoorbeeld cyberpesten, uit van precies het tegenovergestelde. Cyberpesten doet zich namelijk veel vaker voor dan we denken. Maar omdat het zich onder de oppervlakte afspeelt, zien we het meestal niet. Leerlingen weten pestgedrag sowieso al goed te verbergen. Bij cyberpesten is dit nog veel gemakkelijker. 

Hetzelfde geldt voor een onderwerp als sexting, ook al zijn leerlingen daar nog helemaal niet mee bezig. Je wilt het wel voor zijn en net als bij cyberpesten bewustwording creëren. Toen we bezig waren met het maken van lesmateriaal hiervoor, zijn we daarom ook bij de Rutgers Stichting langs geweest. Dat onderwerp moest goed staan. Ik leerde daar zelf ook van. Dat sexting op zichzelf helemaal niet verboden is bijvoorbeeld. Maar je moet wel consent vragen. En als je het verspreidt, is het wel strafbaar. Tijdens het lesgeven kom je er dan achter dat leerlingen dat niet weten. Dat het gevolgen kan hebben. Niet alleen voor een slachtoffer, ook voor de dader. Je kunt ervan vinden wat je wilt, maar dat we er aandacht aan moeten besteden, is voor mij in ieder geval duidelijk. En dat je juist bij deze lastige onderwerpen al op de basisschool moet beginnen ook. In groep 8 maakt het nog indruk wanneer je zegt dat iets verboden is en welke gevolgen het heeft.

Online is natuurlijk niet alleen gevaarlijk

Het is verleidelijk om het vooral te hebben over de gevaren van internet. We hebben het veel over de risico’s die verbonden zijn aan het online zijn. We vergeten dan al snel: wat zijn de mogelijkheden? Daarom hebben leerlingen een handleiding nodig. We geven ook verkeersles. Daar leer je dat je moet stoppen voor een rood licht. Maar je leert ook dat niet iedereen zich altijd aan de regels houdt. In het online verkeer geldt hetzelfde. Daar komt nog bij dat de regels op internet veel flexibeler zijn. Daar zijn het vaak de grote bedrijven die de regels bepalen. Dan moet je als gebruiker extra vaardig zijn. Dit lijkt op het behalen van je rijbewijs. Dan leer je niet alleen het autorijden zelf: vooral omgaan met wat er buiten jezelf om gebeurt in het verkeer is daar de belangrijkste vaardigheid. 

Digitale geletterdheid in de praktijk

Bij juf Lindinha in de klas zijn de leerlingen al volop bezig met digitale geletterdheid. Hoe zij daarmee aan de slag gaat, lees je in het artikel Mijn leerlingen zijn veel minder digitaal vaardig dan ik had verwacht.