Deze periode kun je met de hele school werken aan de leerlijn 'Aarde & Wetenschap'. Van groep 1 tot en met 8 ontdekken de leerlingen van alles over onze planeet. Van heel klein in groep 7 waar de leerlingen gaan leren over micro-organismen tot heel groot in groep 5 waar de leerlingen de aarde vanuit de ruimte gaan bekijken. De jongste leerlingen gaan op onderzoek uit en ontdekken wat wind is en hoe de zwaartekracht werkt.
Hoe kan een boot drijven? Dit is een van de vragen waarop je samen met de leerlingen van groep 1/2 een antwoord gaat zoeken. In het thema ‘Oh dat zit zo!’ leren ze namelijk over natuur en techniek. Zo gaan ze een vogelhuisje bouwen, leren ze wat wind is en ze ontdekken hoe de zwaartekracht werkt.
Bij dit thema kun je op de themamuur de natuurverschijnselen ‘wind’ en ‘water’ uit gaan diepen. Je verdeelt de themamuur dus in tweeën. Aan de ene kant ga je in op het natuurverschijnsel wind; aan de andere kant van de themamuur richt je je op water. Bij wind kun je denken aan het visueel maken van windkracht: voor windkracht 3 een afbeelding van licht bewegende vlaggen, iemand die tegen de wind in fietst voor windkracht 6 en een afbeelding van een storm voor windkracht 9. Maar wind kan ook handig zijn. Ga samen met je leerlingen op zoek naar voorbeelden hiervan, zoals een zeilboot, kitesurfers en windmolens.
Aan de andere kant van de themamuur wordt het natuurverschijnsel water uitgelegd. Weten je leerlingen dat water, ook al is het vloeibaar, heel krachtig kan zijn? Deze kracht kun je concreter maken voor ze, bijvoorbeeld aan de hand van een afbeelding van een waterval. Bij water hoort ook het verschil tussen drijven en zinken. Plaats deze twee begrippen tegenover elkaar op de themamuur. Door middel van de activiteit 'Drijven en zinken' gaan de leerlingen ontdekken welke materialen drijven en welke zinken. Dit doen ze bij de watertafel. Vervolgens plaatsen ze de materialen onder het juiste begrip op de themamuur.
In groep 1/2 gaan de leerlingen met verschillende activiteiten aan de slag. Hierbij gaan de leerlingen als echte wetenschappers onderzoek doen. Voor een rekenactiviteit zoeken de leerlingen uit welke objecten sneller of langzamer vallen. Bijvoorbeeld een veer of een tennisbal. Deze objecten ordenen ze van snel naar langzaam vallend. Met de bouwactiviteit ‘Brug bouwen met Duplo’ onderzoeken de leerlingen hoe ze een stevige brug kunnen bouwen. En als knutselactiviteit kunnen ze hun eigen, werkende wip maken en daarmee spelen.
Bij elk deel van dit thema vind je passende afsluitingsactiviteiten die gekoppeld zijn aan het onderwerp. Je kunt ervoor kiezen een van deze activiteiten te gebruiken als thema-afsluiting. Bij de parachute gymles ontdekken de leerlingen hoe de lucht helpt om de parachute te laten bewegen. Deze activiteit doe je met de hele groep. Andere activiteiten - zoals vliegeren, door middel van een proefje met water de zee nabootsen, de kracht van magneten ontdekken en een stevige muur bouwen - zijn zeer geschikt om in circuitvorm aan te bieden.
📚 Boekentips
Benji & de mooiste vlieger - Alan C. Fox
Wondere wereld: Wind - Isabel Thomas
Het grote boek voor kleine klussers - Lannoo
In dit thema leer je de leerlingen van groep 3 meer over verschillende landen in de wereld. Wat weten ze al over Nederland en zijn de gewoontes van mensen in andere landen anders?
Op de themamuur geef je de leerlingen gedurende het thema steeds meer besef van de wereld. Om dicht bij hun belevingswereld te blijven, komen onder andere onze buurlanden België en Duitsland aan bod in het thema. Op een grote wereldkaart plak je de namen van de landen plakt die worden behandeld in het thema of die ze bijvoorbeeld kennen van vakantie. Welke vlag hoort bij die landen en wat is typisch eten voor een land? Zoek samen met de leerlingen naar kenmerkende afbeeldingen van die landen zoals de natuur of bekende gebouwen. De andere helft van de themamuur vul je gedurende het thema met dingen die Nederland kenmerken, zoals molens en grachten. Wat weten de leerlingen nog meer over hun eigen land?
Met een opdracht in het doeboek gaan de leerlingen de geur van verschillende kruiden als citroengras en anijs onderzoeken. Ruiken die zoet, zuur, pittig of juist fris? En vinden ze het lekker ruiken? Bij een andere opdracht maken de leerlingen een vlag voor hun eigen droomland. Ze bedenken de kleuren en de vorm van de vlag en of er een symbool, bijvoorbeeld een dier, op de vlag komt te staan.
De werkbladen kun je inzetten voor kennisverwerking. Daarbij leren de leerlingen meer over hoe een tulp groeit of wat je merkt als je een chilipeper eet. Op weer een ander werkblad zetten ze rondjes om zaken die kenmerkend zijn voor onze buurlanden Duitsland en België.
Nu de leerlingen veel hebben geleerd over een aantal verschillende landen in de wereld, ga je het thema afsluiten. De leerlingen mogen gaan stemmen in welk land ze het liefst willen wonen. Daarbij geven ze ook aan waarom dat land hun voorkeur heeft. De leerkracht verzamelt de resultaten en verwerkt deze in een eenvoudige staafgrafiek. De leerlingen gaan deze gegevens vervolgens interpreteren. In welk land willen de meeste leerlingen wonen?
Als afsluiting kun je de leerlingen ook in groepjes onderzoek laten doen naar een land naar keuze. Op een poster verzamelen ze wat ze over dit land weten en presenteren dat vervolgens aan de klas.
📚 Boekentips
Nederland - Charlotte Dematons
Met Jip en Janneke door Nederland - Annie M.G. Schmidt
In een land hier ver vandaan… - Arend van Dam
Voor groep 4 staat het thema ‘Uitzoeken maar!’ in het teken van techniek. Hoe worden bijvoorbeeld bruggen gebouwd? Ze gaan leren hoe katrollen werken en wat energie is. Ze doen onderzoek naar hoe milieuproblemen opgelost en voorkomen kunnen worden.
Voor de themamuur kun je een enorm ‘spiekbriefje’ maken voor de leerlingen. Alle informatie uit het thema wordt hier verzameld en steeds aangevuld. Aan de hand van schema’s wordt uitgelegd hoe alles werkt en kunnen de leerlingen dit steeds bekijken. Bijvoorbeeld voor de werking van de ophaalbrug die door middel van een tegenwicht open en dicht kan. Op de eerste afbeelding is de brug dicht. Op de tweede afbeelding wordt met pijlen aangegeven dat de brug opengaat en het tegenwicht meebeweegt. Op de laatste afbeelding wordt het tegenwicht weer bewogen en gaat de brug weer dicht. De verschillende begrippen worden hierbij geschreven waardoor de leerlingen een spiekbriefje hebben. Op themamuur wordt verder uitgelegd hoe bijvoorbeeld een katrol en een lift werken, wat oude en nieuwe energie is en hoe een touchscreen in elkaar zit. De leerlingen vinden er een antwoord op vragen als 'Wat is plastic soep?' en 'Hoe werkt een bubbelslang?'
Met de werkbladen en opdrachten in de doeboeken sluit je hierop aan. De leerlingen hebben in het thema geleerd hoe bruggen gebouwd worden. Nu gaan ze zelf een brug bouwen. Van spaghetti. Vervolgens onderzoeken ze hoe sterk hun brug is door er zoveel mogelijk blokjes op te plaatsen. In een andere opdracht gaan ze aan de slag met milieuproblemen. Ze kiezen een probleem uit en proberen daar een oplossing voor te bedenken. Hun ideeën presenteren ze in de klas waarbij ze kritisch naar elkaars oplossingen kijken. Hiermee trainen ze hun kritisch denken.
Een thema kan altijd op meerdere manier afgesloten worden. Laat de leerlingen met behulp van Google Maps op zoek naar bruggen in de buurt van de school. Natuurlijk kun je ook met leerlingen op pad gaan in de wijk. De leerlingen beschrijven de soort bruggen die ze tegenkomen en waaraan ze dit kunnen zien.
Een andere optie is om de leerlingen in groepjes plannen te laten bedenken hoe de school gebruik kan maken van nieuwe energie of hoe het gebruik van plastic op school verminderd kan worden.
Tip: Wil je begrijpend lezen in hetzelfde thema? Met begrijpend lezen kun je het thematisch werken nog verder vorm geven in de klas. Met de teksten in het Faqta Lezen thema ‘Hoe werkt dat?’ sluit je aan op het thema dat je bij wereldoriëntatie al behandelt.
Thema in Faqta Lezen: Vrijheidsstrijders (Dit nieuwe thema is beschikbaar vanaf 18 maart)
Wil je begrijpend lezen uitproberen?
📚 Boekentips
Hoe werkt dat nou? - David Macaulay
Dit doe je met een katrol - Nancy Dickmann
Ik lust geen plastic in mijn soep! - Monique Bruining
Op de themamuur plak je bij de het begin van het thema het zonnestelsel met de zon en alle bijbehorende planeten. Na iedere les vullen de leerlingen de informatie op de themamuur aan met wat ze geleerd hebben. Ze knutselen bijvoorbeeld een dampkring en plakken die bij de aarde. Ook geven ze aan waar de Noord- en Zuidpool op de aarde zijn. De kennis die ze hierover hebben opgedaan, schrijven ze erbij. In het zonnestelsel worden ook astronauten geplakt waarbij de leerlingen praatwolkjes maken. In die praatwolkjes kunnen dan feitjes komen te staan over de ruimtevaarders en ruimteschepen. Of de astronaut legt uit dat de aarde om de zon draait en dat de maan weer om de aarde draait.
Met de opdrachten in het doeboek leren de leerlingen nog meer over de aarde. Hoe maak je van vies water weer drinkwater? Met een proefje maken de leerlingen een waterzuiveringsmachine leren zo hoe vies water weer schoongemaakt kan worden. Ook gaan de leerlingen een krantenbericht schrijven over de eerste reis naar Mars. Hiermee werken ze aan hun taalvaardigheden. Ze denken hiervoor na over vragen als hoeveel mensen er mee kunnen en hoe de toekomst van die mensen op Mars eruit ziet.Als afsluiting maken de leerlingen in groepjes een filmpje over het leven van een astronaut. Ze schrijven eerst een script. Daarin vertellen ze naar welke planeet ze afgereisd zijn, wat ze daar onderzoeken, hoe ze dat doen en hoe het leven op het ruimtestation is. Vervolgens maken ze het filmpje en laten deze aan de klas zien. Voor extra uitdaging kunnen de leerlingen het filmpje realistischer maken door middel van een decor met ruimtepakken en door te acteren alsof ze in de ruimte zijn en er geen zwaartekracht is.
Tip: Wil je begrijpend lezen binnen hetzelfde thema? In het begrijpend lezen-thema 'In de ruimte' gaan de leerlingen aan de slag met een tekst over een jongen die graag naar de ruimte toe wil en met een tekst over zwaartekracht in de ruimte. Ze leren hoe ze een verhaal moeten samenvatten en hoe ze een karakterschets van de hoofdpersoon kunnen maken. Vervolgens schrijven ze het verhaal af. Daarnaast gaan de leerlingen aan de slag met het maken van een voorspelling en na het lezen van de tekst denken ze na over wat ze hebben geleerd in de tekst.
Thema in Faqta Lezen: In de ruimte
Wil je begrijpend lezen uitproberen?
📚 Boekentips
Het heelal - Daniëlle Futselaar
Heb je wifi in de ruimte? 101 vragen aan André Kuipers - André Kuipers en Sander Koerten
Atlas van de aarde - André Kuipers
Tijdens het thema worden verschillende milieuproblemen behandeld en oplossingen daarvoor. Denk hierbij aan luchtvervuiling en de opwarming van de aarde. Bovenaan op de themamuur worden deze problemen van links naar rechts weergegeven. Daaronder worden steeds twee vakken gemaakt. In het ene vak wordt het probleem uitgelegd. Dit kan worden gedaan door steeds een ander groepje leerlingen een mindmap te laten maken na een les. In het vak daaronder worden door hetzelfde groepje mogelijke oplossingen opgeschreven. Hiervoor gebruiken de leerlingen input uit de les, maar ze kunnen natuurlijk ook zelf nieuwe oplossingen bedenken.
In een doeboekopdracht gaan de leerlingen in een tabel de voedselkringloop invullen. Hiermee leren ze dat evenwicht in de natuur belangrijk is. Bij een andere opdracht maken ze een windmolen en onderzoeken ze hoe ze die sneller kunnen laten draaien.
Met de werkbladen verwerken de leerlingen hun kennis over onder andere recyclen en het opwekken van duurzame energie.
Als afsluiting van het thema bestuderen de leerlingen de informatie die de afgelopen weken is verzameld op de themamuur. In groepjes overleggen ze welk probleem het eerst aangepakt moet worden en waarom. Vervolgens maken ze een plan om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen. Als input gebruiken ze de oplossingen die al op de themamuur staan en in hun plan geven ze aan hoe deze concreet op school of in de buurt kunnen worden ingevoerd.
Tip: Wil je begrijpend lezen binnen hetzelfde thema? Met het bij begrijpend lezen-thema “Mens, dier en plant” gaan de leerlingen aan de slag met teksten over hoe de soortenrijkdom op aarde verandert en over de kanoetvogel die in de problemen zit. Ze leren hoe ze de belangrijkste boodschap in een tekst kunnen herkennen en hoe ze deze informatie vervolgens in een schema kunnen weergeven. Ook leren ze wie-wat-waar-vragen toe te passen op een tekst om bijvoorbeeld achter de kenmerken van de kanoetvogel te komen.
Thema in Faqta Lezen: Mens, dier en plant
Wil je begrijpend lezen uitproberen?
Windmolens en ijsberen - Martin Nieuwsland
Bedreigde dieren - Martin Jenkins
Energiebronnen - Annabel Griffin
Bij de start van het thema laat je de leerlingen onderzoeksvragen bedenken over bacteriën, virussen en schimmels. Antwoorden hierop komen geleidelijk aan op de themamuur. Wat willen ze zelf leren over deze micro-organismen? Je kunt hierbij denken aan vragen als 'Wat zijn micro-organismen eigenlijk?' en 'Hoe zien micro-organismen eruit?' Deze vragen schrijven ze op geeltjes op en hangen dit op de themamuur. Andere vragen waar ze op in kunnen gaan, zijn bijvoorbeeld 'Zijn virussen goed of slecht?' en 'Waar leven micro-organismen?' Tijdens het thema worden de micro-organismen bacteriën, virussen en schimmels met elkaar vergeleken. De leerlingen verzamelen de informatie uit de tegels en schrijven dit bij de juiste soort op de themamuur. Hierdoor maak je met de groep een grote infographic. Bij de afsluiting van het thema gaan de leerlingen deze informatie verder toepassen.
In het doeboek leren de leerlingen wat het verschil is tussen ‘te gebruiken tot’ en ‘ten minste houdbaar tot’. Voor welke producten wordt welke datum gebruikt? Ze ontdekken ook hoe gist werkt en voor welk eten gist wordt gebruikt.
In de werkbladen komen de leerlingen erachter hoe antibiotica bacteriën tegengaan en denken ze na over de verschillen tussen bacteriën en virussen.
Voor de afsluiting van het thema kunnen de leerlingen aan de slag met hun onderzoeksvragen. Op de themamuur hebben de leerlingen gedurende het thema heel veel informatie bij elkaar verzameld en onderzoeksvragen opgesteld. Met behulp van die informatie proberen ze hun vraag te beantwoorden. Op internet of in boeken zoeken ze op wat nog ontbreekt om hun vraag op te lossen. Vervolgens gaan de leerlingen in groepjes hun vragen bespreken en delen ze hun antwoorden met elkaar.
Tip: Wil je begrijpend lezen binnen hetzelfde thema? Met het begrijpend lezen-thema 'Micro-organismen' duiken de leerlingen in een tekst over Vincent Mercx (een schimmel- en plantenonderzoeker van Naturalis) en een tekst over bacteriën. De leerlingen bedenken nieuwe vragen bij de tekst en leren hoe ze informatie grafisch kunnen weergeven. Ook leren de leerlingen wat argumenten zijn en gaan ze daarnaar op zoek in de tekst.
Thema in Faqta Lezen: Micro-organismen
Monsterlijke microben: Alles over nuttige bacteriën en gemene virussen - Marc van Ranst & Geert Bouckaert
Kleine killers - John Farndon
Onderzoek naar simpele organismen - Lisa Zamosky
Welke bronnen van de aarde worden door de mens gebruikt? Dit geef je weer op de themamuur. Zo gebruiken we water en het hout van de bomen. Land zetten we in voor landbouw en om huizen op te bouwen. We gebruiken brandstoffen als olie en gas. Bij iedere bron schrijven de leerlingen waarvoor deze gebruikt wordt en welke situatie zou ontstaan als we te veel van deze bronnen gebruiken. Hoe zou het zijn als de bron er niet was geweest of op is geraakt? Een voorbeeld: water gebruiken we om te drinken en om ons te wassen onder de douche. Als we te veel water gebruiken, ontstaat er droogte waardoor planten en dieren kunnen uitsterven. Zelf zouden we ook in nood kunnen raken door een watertekort. Gedurende het thema vullen de leerlingen de informatie op de themamuur steeds verder aan.
In het doeboek gaan de leerlingen onderzoeken welke organisaties zich inzetten voor de natuur. Ze zoeken uit wat deze organisaties doen om de aarde te beschermen. Ook denken leerlingen na wat er al gedaan wordt om het klimaatprobleem aan te pakken en hoe ze dit kunnen verbeteren.
Voor de werkbladen gebruiken de leerlingen de kennis die ze in de tegels hebben opgedaan. Ze proberen voorbeelden van aantasting, uitputting en vervuiling van het milieu te noemen, Ze denken na over welke nieuwe dingen je van papier, auto’s en batterijen kunt maken en ze leggen uit hoe het komt dat het steeds warmer wordt op aarde.
Ter afsluiting van dit thema kun je de leerlingen een noodkreet van de aarde aan laten schrijven in de vorm van een brief aan haar bewoners. Hiervoor gebruiken ze de kennis die ze tijdens het thema hebben opgedaan. De leerlingen doen alsof ze de aarde zijn en geven in hun brief aan welke hulpbronnen de aarde heeft, hoe die nu worden gebruikt en wat er gebeurt als mensen op deze manier daarvan gebruik blijven maken. In de brief laten de leerlingen naar voren wat bewoners kunnen doen om de aarde wél gezond te houden. Je kiest vervolgens verschillende brieven uit en laat de leerlingen hun brief voorlezen aan de klas.
Tip: Wil je begrijpend lezen binnen hetzelfde thema? In het thema 'Duurzame ontwikkeling' lezen de leerlingen over fossiele brandstoffen en duurzaamheid. Ze leren de tekst 'Lieve steenkool, aardolie en aardgas' samenvatten. Daarnaast leren ze argumenten formuleren op basis van een tekst. Ook ontdekken ze waarom een tekst een bepaalde titel krijgt. Vervolgens zetten ze met behulp van signaalwoorden de gebeurtenissen van de tekst 'Kolen en gas' op chronologische volgorde.
Thema in Faqta Lezen: Duurzame ontwikkeling
Het hebzuchtgas - Jan Terlouw
De wondere werking van planeet aarde - Rachel Ignotofsky
Palmen op de Noordpool. Het grote verhaal van klimaatverandering - Marc ter Horst
Al deze leessuggesties (en meer) om je huidige thema een rijkere invulling te geven, hebben we voor je uitgewerkt op ons leerplatform. Ontdek hoe je ook met begrijpend lezen binnen hetzelfde thema kunt werken. Vraag daarom nu jouw gratis toegang aan.