Bij Faqta kijken we het liefste vooruit omdat we graag stappen voorwaarts maken. Maar om de juiste richting aan te kunnen houden, is het noodzakelijk om regelmatig terug te kijken en te evalueren. Zeker wanneer een jaar zo bewogen (en succesvol!) is geweest als 2023.
In het kort: we hebben een nieuwe methode voor begrijpend lezen ontwikkeld waarmee we echt stappen zetten naar beter taalonderwijs. Daarnaast hebben we met Klett nu een partner die in ons investeert en die door eenzelfde bril naar de toekomst van het onderwijs kijkt als wij. Zo kunnen we sneller en beter doorontwikkelen. Maar het meest ingrijpend was misschien wel de breuk met de grote onderwijsleveranciers als Heutink en de Rolf Groep. Heftig, maar noodzakelijk. Enerzijds omdat zij als tussenhandel een muur opwierpen tussen ons en de scholen, waardoor we minder goed direct met die scholen konden samenwerken. Anderzijds omdat zij nauwelijks iets leken bij te dragen aan de verbetering van het onderwijs, terwijl dat juist nu zo hard nodig is. Het lijkt er op dat zij daarbij zelfs een remmende factor zijn.
Een paar weken geleden werden de nieuwste PISA-scores bekendgemaakt. Hoewel we niet geheel verbaasd waren, schrokken we toch toen we de titel van het rapport zagen: Prestaties Nederlandse 15‑jarigen drastisch gedaald. Als methodemaker zou de moed je in de schoenen kunnen zakken. Doen methodemakers hun werk wel goed? Het antwoord daarop is kort en bondig: nee. Terugkijkend naar wat we de afgelopen jaren bereikt hebben, durven we het tegelijkertijd wel aan om te stellen dat we zeker op de goede weg zitten. Maar we zijn er nog lang niet.
Leerkrachten die met onze methodes werken, zijn over het algemeen zeer tevreden. Daar zijn we trots op. Ze wijzen ons ook op hiaten in onze thema’s. Het klinkt misschien vreemd, maar daar zijn we minstens net zo trots op. Het is voor ons een teken van vertrouwen dat zij kritisch durven te zijn op wat we ontwikkelen. We realiseren ons namelijk terdege dat het de leerkrachten zijn die het onderwijs maken. En dat wij, door intensief samen te werken met leerkrachten en te luisteren naar hun feedback, alleen op die manier onze methodes kunnen verbeteren.
Dit jaar komen er nieuwe thema’s voor wereldoriëntatie beschikbaar op ons leerplatform. Daarin hebben we allerlei verbeteringen doorgevoerd die bijvoorbeeld het lesgeven voor de leerkracht makkelijker maken. Belangrijker is echter de grotere focus op taalvaardigheden. Er zijn meer leesteksten opgenomen in de thema’s, samenvatten wordt een belangrijker onderdeel en je kunt kiezen uit verschillende schrijfopdrachten om je thema mee te verrijken. Zo oefenen de leerlingen vaker hun taalvaardigheden terwijl het niet meer ruimte inneemt in het lesprogramma. Daarnaast is de aandacht voor kennis van de wereld vergroot en gaan we binnen de thema’s dieper in op het hoofdperspectief. We weten immers dat meer kennis zorgt voor beter (tekst)begrip. Daarom zoeken we bij de ontwikkeling van nieuwe methodes vooral naar thematische samenhang tussen de verschillende vakken zodat het thematisch werken echt een fundamenteel onderdeel wordt van het onderwijs.
Toen we afgelopen schooljaar de eerste pilots hielden voor onze begrijpend lezen-methode, kwam al snel de vraag van scholen of Faqta ook met een eigen methode voor taal zou komen. Die gaan we zeker ontwikkelen, en hoewel we snel zijn, wilden we dat niet overhaasten. Eerst maar eens Faqta Lezen goed op poten zetten. Nu dat gelukt is, gaan we verder. In het schooljaar 2025 - 2026 zal onze methode voor taal beschikbaar komen.
Uitgangspunt daarbij is dat het thematisch samenhangt met andere vakken. Waarom? Omdat kennisontwikkeling en taal hand in hand gaan. Door taalvaardigheden te koppelen aan wat leerlingen leren bij wereldoriëntatie of burgerschap zijn woordenschat, grammatica en spelling niet langer iets wat leerlingen moeten beheersen voor een goed cijfer, maar willen ze die beheersen omdat ze zich goed willen uitdrukken.
Nog intensiever dan voorheen zoeken we bij de ontwikkeling voor onze methode voor taal (en Engels) de samenwerking met leerkrachten op. Vanaf het moment dat we de eerste versie van de lessen gaan opzetten, tot en met de pilots in de klassen. We zijn daarin niet uniek. Bij de ontwikkeling van nieuwe lesmethodes testen alle onderwijsuitgevers deze eerst in de klas voordat ze daadwerkelijk gelanceerd worden. Dat klinkt goed. In de praktijk kom je er meestal pas achter of iets goed werkt. Maar deze werkwijze is verre van perfect. Grof gezegd komt het erop neer dat je gaat experimenteren met je leerlingen. De vraag stellen of dat wenselijk is, is hem beantwoorden.
Daarom willen we een stapje verder gaan. De mensen bij Faqta die de methodes ontwikkelen, hebben allemaal een achtergrond als leerkracht - een aantal werkt nog steeds parttime in het onderwijs - en zijn universitair geschoolde onderwijswetenschappers. We hebben dus zowel kennis van, als ervaring in het basisonderwijs. Op papier klinkt dat goed, ware het niet dat we, ondanks dat we samenwerken met scholen, alsnog een slager zijn die zijn eigen vlees keurt. Dat vinden we een beetje gek.
In Nederland is er, voor zover wij weten, geen enkele methodemaker die zijn producten echt onafhankelijk laat beoordelen. Dat zouden we graag anders zien. We hebben verschillende goede voornemens en wensen voor 2024. Maar wat we het liefste zouden zien gebeuren? Dat onafhankelijke onderwijswetenschappers samen met ons kijken of de resultaten die we terugkrijgen van scholen significant zijn. Dat ze onze methodes kritisch beoordelen. En natuurlijk die van andere uitgevers. Dat is onze wens. Niet omdat we zo graag willen laten zien dat we de beste zijn, al hopen we daar natuurlijk wel op en doen we daar ons uiterste best voor. We willen weten wat we beter kunnen doen, want op dit moment zien we dat Nederlandse leerlingen niet het beste onderwijs krijgen waar ze wel recht op hebben. Ze verdienen beter en wij gaan er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen. Dat is ons voornemen. Maar dat kunnen we niet alleen.