Veel lestijd voor taalvaardigheden, maar steeds minder resultaat
Door Faqta
In Nederland besteden we veel meer lestijd aan taal en lezen dan in veel andere Europese landen. Toch scoren onze leerlingen, vergeleken met de rest van Europa, steeds lager op basisvaardigheden zoals lezen en schrijven. Hoe kan het dat al die tijd niet leidt tot een betere beheersing van taalvaardigheden? Er zijn immers genoeg vakken waarin we daar aandacht aan besteden. Misschien ligt de oorzaak in de manier waarop we dat doen.
Waarom meer tijd niet automatisch betere resultaten betekent
Nederlandse basisschoolleerlingen krijgen gemiddeld 363 uur taal- en leesonderwijs per jaar. Dat is meer dan veel van hun leeftijdsgenoten in andere landen. Toch blijven hun resultaten achter. De oorzaken? Die kunnen we vinden in het feit dat het taalonderwijs vaak wordt opgesplitst in losse onderdelen zoals begrijpend lezen, verschillende vakken voor taalbeschouwing en technisch lezen. Vreemd, want de taaldomeinen hangen zeker met elkaar samen. Maar door ze apart aan te bieden, missen leerlingen de samenhang en context die essentieel zijn om taal als geheel te begrijpen en toe te passen.
Fragmentatie van de taaldomeinen
Momenteel wordt elk taaldomein vrijwel apart van de anderen aangeboden. Voor lezen zijn er twee verschillende vakken: technisch en begrijpend lezen. De rest wordt ondergebracht onder de noemer 'taal'. De leerlingen leren bij ieder vak over andere onderwerpen en te weinig wordt er een verbinding tussen de verschillende vaardigheden gelegd. Deze fragmentatie leidt ertoe dat leerlingen moeite hebben om de opgedane kennis van de ene les toe te passen in de andere. Het gevolg? Mogelijkheden blijven onbenut, taalvaardigheid ontwikkelt zich trager en vooral minder effectief. Voor leerkrachten betekent dit dat ze meer energie en tijd kwijt zijn om hetzelfde (of zelfs minder) te bereiken dan wanneer ze een samenhangend lesprogramma tot hun beschikking zouden hebben.
Overmatige focus op getoetste onderdelen
Omdat scholen worden afgerekend op toetsresultaten, ligt de nadruk vaak op leesvaardigheid en begrijpend lezen – de onderdelen die op de eindtoets zwaar tellen. Onderdelen zoals spreken, luisteren en schrijven worden minder getoetst en worden daardoor vaker overgeslagen, hoewel deze essentieel zijn voor een brede taalontwikkeling. Dit resulteert in “teaching to the test,” waarbij leerkrachten hun lessen afstemmen op wat getoetst wordt, in plaats van op het ontwikkelen van volledige taalvaardigheid. Dit is alsof je bij het fietsen wel leert te sturen, maar niet hoe je moet trappen.
Gewoon Nederlands?
Om het taalonderwijs in Nederland te verbeteren, moeten we kritisch kijken naar de huidige onderwijsmethodes. Door taal als een samenhangend geheel aan te bieden in plaats van losse onderdelen, kunnen leerlingen effectiever leren en beter presteren. Het wordt tijd voor een geïntegreerde aanpak die niet alleen focust op de onderdelen die we toetsen, maar die leerlingen in staat stelt om taalvaardigheden op een dieper niveau te beheersen en toe te passen. Geen aparte vakken meer voor technisch of begrijpend lezen en taal, maar één vak waarin alles in samenhang aan bod komt. En net als in het voortgezet onderwijs noemen we dat gewoon Nederlands.
- 01 november 2024 (1)
- 01 oktober 2024 (4)
- 01 september 2024 (2)
- 01 augustus 2024 (1)
- 01 juni 2024 (1)
- 01 mei 2024 (2)
- 01 april 2024 (2)
- 01 maart 2024 (3)
- 01 februari 2024 (2)
- 01 december 2023 (3)
- 01 november 2023 (2)
- 01 oktober 2023 (1)
- 01 september 2023 (2)
- 01 augustus 2023 (4)
- 01 juli 2023 (1)
- 01 juni 2023 (1)
- 01 mei 2023 (3)
- 01 april 2023 (1)
- 01 maart 2023 (3)
- 01 februari 2023 (2)
- 01 januari 2023 (1)
- 01 december 2022 (1)
- 01 november 2022 (3)
- 01 oktober 2022 (6)
- 01 maart 2022 (14)
Nog geen reacties
Laten ons weten wat je vind!