Blog

Aan de slag met je thema voor Burgerschap & Maatschappij (periode 4)

In periode 4 ga je met groep 1 t/m 8 aan de slag met de leerlijn Burgerschap & Maatschappij. Ze ontdekken wat vrijheid en gelijkheid betekenen en hoe de Grondwet in elkaar zit. In groep 1/2 starten ze met leren over vriendschap en in groep 3 wat een mening is. Groep 4 gaat aan de slag met identiteit en hoe je je kunt inleven in een ander. In de bovenbouw ontdekken de leerlingen wie de baas is in Nederland, leren ze hoe onze democratie werkt en gaan ze over allerlei zaken in debat met elkaar.
Met begrijpend lezen kun je aansluiten op deze onderwerpen met teksten over bijvoorbeeld Nelson Mandela of met het verhaal “Wat wil je later worden?" waarin de leerlingen lezen wat de koning vroeger wilde worden.

Ga direct naar:
Groep 1/2 | Groep 3 | Groep 4Groep 5 | Groep 6 | Groep 7 | Groep 8 

Groep 1/2

Thema in Faqta: Samen spelen, samen delen

In dit thema van vier lessen leer jij je leerlingen over vriendschap en hoe je, door middel van afspraken en eerlijk delen, samen kunt spelen. 

Met je groep lees je gedurende dit thema verschillende prentenboeken over vriendschap. Bijvoorbeeld "Frank en Bert" van Chris Naylor-Ballesteros of het boek "Een vriend, wat is dat?" van Ed Franck. Voor de themamuur kies je een prent uit waarop vriendschap duidelijk zichtbaar is. Bespreek met je leerlingen waarom de personages op de afbeelding vrienden zijn. Hoe zie je dat? Wat kunnen ze nog beter doen? Gedurende het thema bespreek je termen als 'vriendschap', 'troosten' en 'eerlijk delen', maar ook 'de baas spelen' en 'hartsvriend'. Deze besproken woorden hang je bij de prent op de themamuur.

Door middel van een van de activiteiten leer je de leerlingen wat samen delen is. Ze krijgen een aantal potloden die ze in hun groepje moeten verdelen. Zijn er genoeg potloden voor iedereen? De leerlingen leren te schatten en bedenken verschillende strategieën om de potloden eerlijk te verdelen. 
Op de werkbladen gaan de leerlingen onder andere naar aanleiding van een voorleesfragment een verdrietig iemand opvrolijken door een tekening te maken. Met een ander werkblad laat je ze ontdekken dat een knuffel ook een vriend kan zijn. Dit doen ze door een eigen vilten knuffel te maken. 

Voor de afsluiting van dit thema heb je diverse mogelijkheden. De leerlingen kunnen hun waardering voor hun (knuffel)vriend laten zien door voor diegene een tekening te maken of iets te knutselen. Met de groep kun je in de kring een complimentenspel doen. De leerlingen lopen rond in de kring. Wanneer je ‘stop’ zegt, geeft iedereen degene die het dichtst bij staat een compliment. Dit breid je steeds verder uit. Je kunt bijvoorbeeld iets zeggen over iemands kleding, maar zijn er ook andere soorten complimenten die je kunt geven?

📚 Boekentips
Beer zoekt een beste vriend - Petr Horáček
Vrienden - Isabelle de Ridder
Mag ik meedoen? - John Kelly

Groep 3

Thema in Faqta: Wat vind jij?

Hoe denk je met je hersenen en welke emoties voel je? In het thema ‘Wat vind jij?’ ga je in vier lessen samen met je leerlingen op zoek naar antwoorden op deze vragen. Daarnaast leren ze wat een mening is en hoe regels worden bepaald. 

In deel 1 van dit thema leer je jouw leerlingen hoe hersenen en zintuigen werken. Op de themamuur kun je dit proces met behulp van de informatie uit tegel 1 en 2 visueel maken. Daarvoor teken je een levensgrote omtrek van een mens. Terwijl je met het thema bezig bent, laat je stap voor stap zien waar de hersenen en de zintuigen waarmee je bijvoorbeeld proeft of hoort zich bevinden. Samen met je leerlingen probeer je uit te zoeken hoe de signalen vanuit de zintuigen naar de hersenen reizen. Zo ontdekken ze bijvoorbeeld ook wat zenuwen zijn. 

Bij iedere les kunnen de leerlingen aan de slag met een opdracht uit het doeboek. Hiermee werken ze onder andere aan hun onderzoeksvaardigheden, sociale vaardigheden maar leren ze ook samenwerken. Aan de hand van verschillende proefjes gaan ze hun zintuigen testen. Wat hoorde je? Was dat een trommel of waren het sambaballen? Ze hebben geleerd dat ze met hun tong proeven. Maar wat proeven ze? Bijvoorbeeld azijn, is dat juist zoet of zuur? Door middel van interviews ontdekken ze welke emoties anderen hebben. Daarnaast spelen ze een discussie na waarbij ze anderen proberen te overtuigen. Als laatste oefenen ze met het geven van complimenten aan hun klasgenoten. 

De leerlingen hebben geleerd wat emoties zijn. Om het thema af te sluiten kun je de leerlingen emotie-maskers laten maken. Daarbij kiezen ze een emotie om uit te beelden. Hoe kun je die emotie aan het masker zien? Waarom is het rode masker met de gefronste wenkbrauwen juist boos? En waardoor is een geel masker met een lach juist blij? 

📚 Boekentips
Alles over emoties - Felicity Brooks
Zo voel ik mij - Pierre Winters & Eline van Lindenhuizen
Emotieklets. Samen wegwijs in de wereld van emoties - Tischa Neve

Groep 4

Thema in Faqta: Jezelf zijn

In het thema ‘Jezelf zijn’ leer jij je leerlingen in vier lessen over de eigen identiteit, diversiteit en inleven in de ander.

Voor de themamuur kun je aan de hand van staafdiagrammen inzichtelijk maken welke overeenkomsten en verschillen er zijn in de klas. Zo ontdekken de leerlingen welke achtergronden hun klasgenoten hebben. Daarbij ga je onder andere in op vragen als: Welke cultuur heb je? En: Hoe groot zijn de gezinnen van de leerlingen? De leerlingen gaan op zoek naar welk karakter het meest bij hen past. Ben je bijvoorbeeld een dromer of een energiek iemand? Welke hobby’s hebben de leerlingen? Hierbij probeer je niet te veel op het uiterlijk te focussen, maar ga je meer op zoek naar de dingen die de leerlingen misschien nog niet van elkaar wisten. 

Met de opdrachten in het doeboek komen de leerlingen meer te weten over wat identiteit inhoudt. Ze gaan op zoek naar woorden, en maken tekeningen, die hun eigen identiteit omschrijven. Daar versieren ze een T-shirt mee zodat ze iedereen kunnen laten zien wie ze zijn. Ook proberen ze zich in een ander in te leven. Daarvoor stellen ze zichzelf de vraag hoe ze het zouden vinden om in een nieuwe klas te komen. Vervolgens schrijven ze een welkomstbrief aan een fictieve, nieuwe klasgenoot. Bij een andere opdracht bedenken de leerlingen een eigen initiatief waarmee ze laten zien dat ze oog hebben voor anderen en hun situatie.

Bij het invullen van de themamuur hebben de leerlingen al inzicht gekregen in de verschillende achtergronden en culturen die er zijn in hun klas. Als afsluiting van het thema gaan ze nu een cultuurmarkt organiseren. Ze kunnen bijvoorbeeld een presentatie geven over hun eigen cultuur en achtergrond, posters maken, traditionele gerechten met elkaar delen en natuurlijk muziek laten horen. 

📚 Boekentips
Ben ik wel normaal? - Danny de Vos
Alles over wie ik ben - Stine Jensen
Alles over diversiteit - Felicity Brooks

Groep 5

Thema in Faqta: Leven in vrijheid

In dit thema leer jij groep 5 over keuzevrijheid, respect voor anderen, rechten, gelijkwaardigheid en de democratie. 

De themamuur vul je met vier kolommen met verschillende koppen: regels, rechten, gender en democratie. Aan het einde van iedere les plakken de leerlingen onder iedere kop een post-it waarop ze schrijven wat ze hebben geleerd of al over het onderwerp wisten. In de kolom 'regels' kan dan komen te staan: In onze klas mag iedereen meedoen. Bij 'rechten' kunnen dan velletjes hangen waarop staat: Ieder kind heeft het recht op onderwijs of Kinderen hebben het recht op veiligheid. Onder 'gender' zet je bijvoorbeeld Als je transgender bent, dan ben je geboren in het verkeerde lichaam of Mannen mogen ook rokken dragen, en in de kolom 'democratie' komen post-its met stellingen als Nederland wordt bestuurd door het kabinet. Zij maken de plannen.

Bij ieder thema gaan de leerlingen aan de slag met diverse werkbladen en opdrachten. Zo kan groep 5 voor een opdracht onderzoek doen naar armoede in Nederland. Daarbij proberen de leerlingen antwoord te krijgen op vragen als: Wanneer noem je iemand arm? en Kunnen de rijken de armen helpen? Je kunt de opdracht uitbreiden door ze een plan te laten schrijven waarmee ze armoede in de klas, school, woonplaats of zelfs in heel Nederland of wereldwijd oplossen.

Een andere onderzoeksvraag waar de leerlingen mee aan de slag kunnen, is onderzoeken welke uitspraken discriminerend zijn. Ze komen erachter dat iedereen vooroordelen heeft en ze bespreken of uitspraken als Alle mensen uit China lijken op elkaar of Dikke mensen eten te veel discriminerend zijn of niet. Je kunt de opdracht uitbreiden door de leerlingen te laten discussiëren welke uitspraak het ergst is en waarom.

Als afsluiting kun je de leerlingen in groepjes laten discussiëren over wat vrijheid voor hen betekent. Ze gaan in op vragen als Wanneer voel je je vrij? Ze gaan een poster maken waarop ze uitleggen wat vrijheid betekent en hoe ze merken dat ze in een vrij land leven. Eventueel kun je dit ieder groepje laten presenteren. 

Tip: Wil je nog een stapje verder in het thematisch werken? Met het begrijpend lezen thema 'Is dat eerlijk?' lezen de leerlingen een informatieve tekst uit het boek “Hoe is het om transgender te zijn?” van Honor Head. Daarbij leren de leerlingen leren wat geslacht en gender betekent. Ze leren in een aantal woorden te benoemen waar de tekst over gaat en kunnen begrippen zoals “gender” en “identiteit” herkennen. 

Wil je begrijpend lezen uitproberen?

📚 Boekentips
De geest in het plafond - Emily Jackman
Het geweldige Grote Mensenboek - Julie de Graaf 
Hoe is het om transgender te zijn? - Honor Head

Groep 6

Thema in Faqta: Wat een geregel!

In groep 6 leer jij je leerlingen over besluitvormingsprocessen, gezagsdragers, de Grondwet, basiswaarden en de rechtsstaat. Gedurende het thema krijgen ze steeds meer inzicht in het belang van regels en afspraken. Ze raken bewust van het feit dat zij een stem hebben in kwesties en leren hun mening te onderbouwen.

Na afloop van ieder deel maak je samen met je leerlingen de informatie uit dat deel visueel op de themamuur. Zo leren de leerlingen in deel 4 meer over hoe je je mening kunt laten horen, onder andere door te demonstreren. Op de themamuur plak je dan bijvoorbeeld krantenartikelen over verschillende demonstraties. Daarbij geef je natuurlijk ook de definitie van het woord demonstratie. Daarnaast kun je voorbeelden van nepnieuws ophangen, met post-its erbij waarop je uitlegt waarom iets nepnieuws is. 

In dit thema zijn diverse werkbladen en opdrachten beschikbaar. Voor een opdracht in het doeboek maken de leerlingen een plan om het leven van vluchtelingen in Nederland makkelijker te maken. Daarbij beantwoorden ze vragen als: Wat kan ik zelf doen om de vluchtelingen te helpen? of Wat kan de regering doen om de vluchtelingen te helpen? Deze opdracht kan worden uitgebreid door een plan te maken om de vluchteling-kinderen in de buurt te helpen. De leerlingen kunnen dit plan uitvoeren, bijvoorbeeld met een actie om geld in te zamelen zodat deze kinderen ook kunnen sporten.  

Als afsluiting kun je de leerlingen in groepjes van drie of vier personen verdelen waarbij ieder groepje zich verdiept in rollen als de burgemeester, de koning of de minister-president. De leerlingen zoeken uit welke taken er bij iedere functie horen. Dit presenteren ze door middel van een powerpoint waarin ze de andere leerlingen meenemen in “Een dag in het leven van…” Hierin komt bijvoorbeeld aan bod hoeveel macht de functie heeft en wat de voor- en nadelen van deze rol zijn. De leerlingen leren hiermee de verschillen tussen de rollen goed kennen. 

Tip: Binnen hetzelfde thema als bij burgerschap kun je met begrijpend lezen aan de slag met je klas. In het thema 'Wie is de baas?' lezen de leerlingen het verhaal “Wat wil je later worden?” Ze leren voorspellen waar een tekst over gaat en hoe je een verhaal samenvat in een verhaalomslag. Ook lezen over wat onze koning vroeger wilde worden, leren ze hoe je een debat voert en wie de baas is van Nederland.  

Wil je begrijpend lezen uitproberen?

📚 Boekentips
Leve de koning! - Arend van Dam en Georgien Overwater
Mama is minister-president - Ody Neisingh
Piraten, dieren, bejaarden: alles over de politiek, verkiezingen en democratie - Sharon Gesthuizen

Groep 7

Thema in Faqta: Onze democratie

In het thema 'Onze democratie' leer jij je leerlingen over meningsverschillen, de Grondwet en onze democratie, het koloniale verleden van Nederland, (on)gelijkheid en vrijheid.

Voor de themamuur heb je verschillende opties. Zo kun je gedurende het thema samen met je leerlingen op zoek gaan naar waar de verschillende ministeries zich mee bezighouden. Voor ieder ministerie geven de leerlingen aan wie de minister is, van welke partij die komt, wie de minister-president is, etc. 
Een ander idee voor je themamuur is dat je de verschillende politieke partijen introduceert. De politieke partijen, die na de laatste verkiezingen in de Tweede Kamer zijn gekozen, worden ingedeeld van links naar rechts. Bij elke politieke partij zetten ze wie de partijleider is en wat de belangrijkste standpunten zijn. Zo krijgen de leerlingen inzicht in de politiek en hun eigen politieke voorkeur.

Met de werkbladen en opdrachten sluit je hier op aan. Aan de hand van verschillende stellingen gaan de leerlingen in debat met elkaar. Je verdeelt de leerlingen in drie groepen. De eerste twee groepen bestaan uit voor- en tegenstanders van de stellingen. De derde groep bestaat uit juryleden die gaan bepalen wie het debat heeft gewonnen. De leerlingen bedenken verschillende argumenten en schrijven samen een betoog dat door de woordvoerder voordragen wordt.
Voor een andere opdracht gaan de leerlingen hun eigen grondwet schrijven. Ze bedenken welke rechten burgers volgens hen moeten hebben. Als leerkracht kun je deze opdracht uitbreiden door de groep over de grondwetten te laten stemmen. Welke grondwetten hebben de meerderheid en gelden dus voor de hele groep? 

Ter afsluiting van het thema wordt er een stembureau in de klas geopend. Alle leerlingen mogen op een van de politieke partijen op de themamuur stemmen. De leerlingen kleuren in het stemhokje een vakje rood en leveren hun stembiljet in. Je verzamelt de biljetten en maakt een grafiek met de uitslag van de verkiezingen. 

Tip: Wil je begrijpend lezen in hetzelfde thema? Binnen het begrijpend lezen-thema 'Vrijheidsstrijders' lezen de leerlingen het verhaal “Indonesië - de strijd voor onafhankelijkheid." De gebeurtenissen uit deze strijd worden door de leerlingen in een tijdlijn gezet. Ze leren hun mening te geven over de tekst en de inhoud ervan aan de hand van stellingen. Bijvoorbeeld Het is begrijpelijk dat landen zelfstandig willen zijn of Ik heb van de tekst iets geleerd dat ik nog niet wist

Wil je begrijpend lezen uitproberen?

📚 Boekentips
De reis van Syntax Bosselman - Arend van Dam
Dit is een dictatuur - Equipo Plantel en Mikel Casal
De wereld van de politiek eenvoudig uitgelegd - Alex Frith

Groep 8

Thema van Faqta: De toekomst van Nederland

In groep 8 leer jij je leerlingen met dit thema meer over besluitvormingsprocessen en het functioneren van de rechtsstaat. 

Voor de themamuur kun je een uitwerking maken van discussies die op dit moment binnen de politiek spelen. Bij welke problemen wordt Nederland het niet eens over de juiste aanpak? Denk hierbij aan: het klimaat, wonen, het onderwijs en de zorg. Er wordt per thema uitgelegd wat er aan de hand is en welke verschillende standpunten mensen in Nederland hierover hebben. De leerlingen mogen hun eigen standpunt daarbij op een post-it schrijven en erbij plakken. Op die manier krijgen de leerlingen inzicht in alle verschillende meningen en de uitdagingen van een democratie.

Binnen dit thema kun je met de werkbladen en opdrachten met diverse ideeën aan de slag. Laat de leerlingen bijvoorbeeld hun eigen politieke partij oprichten. Ze schrijven hun eigen partijprogramma, waarin de plannen van hun partij voor de toekomst beschreven staan. Ze denken na over de naam van de partij en de onderwerpen die ze belangrijk vinden. Deze opdracht kun je uitbreiden door de leerlingen campagnes te laten bedenken. Daarbij houden de leerlingen zich bezig met vragen als: Hoe zorg je ervoor dat iedereen je partij kent? En: Hoe ga je de mensen in Nederland van je standpunten overtuigen?
Voor een andere opdracht over de rechtstaat ontdekken de leerlingen wie welke rol heeft in de rechtszaal waarbij ze bepaalde uitspraken koppelen aan de juiste rol. Door de leerlingen zelf situaties te laten schetsen van verschillende rechtszaken kun je de opdracht groter maken. Wat zegt iemand die terechtstaat voor ontvoering? Hoeveel straf krijgt diegene? Hoe zorgt de advocaat ervoor dat die straf zo laag mogelijk is?

Als afsluiting van dit thema kruipen de leerlingen in de rol van partijleider waarbij iedere partij met een wetsvoorstel komt.  Denk hierbij aan: Op woensdag mogen we tosti’s eten of Elke laatste vrijdag van de maand hebben we een filmmiddag in de klas. Als leerkracht introduceer je deze wetsvoorstellen in de klas. Alle partijen krijgen de tijd om na te denken over hun standpunt. Vervolgens wordt er gestemd over ieder wetsvoorstel. Alle wetten die de meerderheid hebben gekregen worden - na goedkeuring van jou natuurlijk :) - doorgevoerd. Om je leerlingen op weg te helpen, kun je als hulpmiddel een discussieblad gebruiken.

Tip: Wil je begrijpend lezen binnen hetzelfde thema? In het begrijpend lezen-thema 'In je recht staan' gaan de leerlingen het verhaal “Nelson Mandela” lezen. Ze ontdekken wie Nelson Mandela was, wat apartheid in Zuid-Afrika inhield en wat Nelson Mandela hiermee gedaan heeft. Tijdens de lessen leren ze ook om hun mening over bepaalde stellingen te formuleren en te geven. 

Wil je begrijpend lezen uitproberen?

📚 Boekentips
Wikken en wegen - Bibi Dumon Tak
De toekomst is van ons - Samuel Hanegreefs
De zweetvoetenman, over rechtzaken & regels (en een hoop gedoe) - Annet Huizing

Op zoek naar aansluitende begrijpend lezen teksten?

Al deze leessuggesties (en meer) om je huidige thema een rijkere invulling te geven, hebben we voor je uitgewerkt op ons leerplatform. Ontdek hoe je ook met begrijpend lezen binnen hetzelfde thema kunt werken. Vraag daarom nu jouw gratis toegang aan.

Nog geen reacties

Laat een reactie achter