Blog

Drie handige tips om je taalonderwijs direct te verbeteren

Onlangs sprak Wouter Delken in podcast De Kennisbasis met Margreet Mulder en Lotte Steen de didactiek van het taalonderwijs van de toekomst. Behalve interessante inzichten over didactiek en kerndoelen deelden Margreet en Lotte tussen de bedrijven door handige tips om direct je taal- en leesonderwijs aan te pakken. Daar hebben we er drie van uitgepikt.

Margreet Mulder van Expertis in gesprek met Lotte Steen en Wouter Delken voor podcast De Kennisbasis over wat echt werkt in het basisonderwijs

Margreet Mulder van Expertis in gesprek met Lotte Steen en Wouter Delken voor podcast De Kennisbasis.

Onderwijskundigen Margreet en Lotte hebben beiden een voorliefde voor taal en hebben enkele jaren voor de klas gestaan. Nu dragen ze op een andere manier bij aan beter onderwijs. Margreet doet dat als onderwijsadviseur bij Expertis en Lotte als productmanager bij Faqta. In de podcast kijken ze samen met Wouter (mede-oprichter van Faqta) kritisch naar het taal- en leesonderwijs van nu, maar vooral ook naar de toekomst. 

1. Verbeter de leesmotivatie, begin bij jezelf

Als onderwijskundige komt Margreet op veel verschillende scholen. Wanneer het gaat over leesmotivatie, hoort ze leerkrachten vaak zeggen dat ze zelf ook niet zo van lezen houden. “En daar begint het juist mee”, legt Margreet uit. “Dat jij die lezende leerkracht bent en het goede voorbeeld geeft.” 

Daarnaast kan er op scholen ook praktisch iets aan gedaan worden. “Op scholen zie je vaak heel oude boeken.” Dat maakt het voor leerlingen minder aantrekkelijk om te gaan lezen. “Of er staan allemaal boeken à la Dogman”, vult Lotte aan. Die zijn volgens Lotte superleuk om te lezen, maar daar kom je als leerling niet heel veel verder mee in je ontwikkeling. “Het is juist de uitdaging om je leerlingen ook boeken aan te bieden die boven hun niveau liggen, dat je ze daarmee laat kennismaken.”

Margreet: “Dat zijn vaak boeken met rijkere taal. De structuur is ook anders.”

Lotte: “De niet-lezende leerkracht is daarin echt een probleem. Als jij gepassioneerd bent over iets, het maakt niet uit of dat over rekenen is, muziek of kunst, en je weet daar met passie over te vertellen, dan gaan jouw leerlingen wel aan. Of ze daar nu zelf gepassioneerd over zijn of niet.” Ze benadrukt daarbij het belang van voorlezen. “Dan zie je dat de leerlingen vanzelf vragen of ze alsjeblieft verder mogen lezen.”

2. Juist door te differentiëren houd je alle leerlingen in dezelfde boot

Lotte en Margreet zijn allebei van mening dat je leerlingen geen verschillend aanbod moet geven ook al is hun niveau niet gelijk. Leerlingen die minder taal- of leesvaardig zijn, moet je niet apart zetten. Die verdienen dezelfde uitdaging als andere leerlingen. Ze zien de klas als een boot waar alle leerlingen in zitten. Je kunt je leerlingen daarbij wel verschillende vormen van ondersteuning bieden. Dat vereist vaak wel maatwerk. Margreet: “Er is niet zoiets als dé oplossing voor het leesprobleem. De verschillende aspecten maken het soms wel lastig.”

Lotte geeft als voorbeeld dat ze in haar klas leerlingen had die het technisch lezen zeer goed beheersten, maar moeite hadden met begrip. “Ik wist dat mijn leerlingen het woord ‘stronk’ niet kenden. Een tekst daarover zouden ze daardoor moeilijker kunnen begrijpen.” Ze loste dit op door het woord gedurende de week zoveel mogelijk te gebruiken in verschillende contexten. 

Margreet: “Het effect dat je door convergent te differentiëren bereikt, is dat leerlingen na afloop ervaren ‘Ik kan het ook’. Dat de ene leerling daarvoor misschien vijf keer een taalopdracht moest doen en een andere leerling maar één keer, maakt niet uit.”

De verschillen mogen er natuurlijk zijn, maar als samenleving willen we wel dat leerlingen voldoende geletterd het onderwijs verlaten. Margreet: “Je moet een basis hebben om te functioneren in de maatschappij.”

3. Volg de handleiding, je collega en jezelf

Of je nu net begint met lesgeven of al jaren voor de klas staat, soms heb je wat extra ondersteuning nodig. Zeker wanneer je iets nieuws gaat doen. “Volg in het begin bijvoorbeeld gewoon de handleiding van de methode, want die biedt je houvast”, zegt Lotte. Margreet benadrukt de andere kant: “Zo’n methode is natuurlijk niet heilig. Het is ook maar een middel.” Het is wel je startpunt. 

Daarnaast is samenwerking met collega’s belangrijk. Toen Lotte net begon met lesgeven, had ze een duocollega met een schat aan ervaring. Door daar veel mee te sparren kreeg ze een stuk sneller inzicht in wat een klas of individuele leerlingen nodig hebben. “Die collega keek dan met me mee. Daar kun je mee overleggen.”  

Die luxe van een duocollega voor de klas heb je natuurlijk niet altijd. Daarom is het belangrijk als leerkracht te vertrouwen op je eigen inzichten. “Als je weet dat jouw klas een bepaald onderdeel goed begrijpt, kun je gerust een opdracht overslaan”, vindt Lotte. Andersom geldt hetzelfde. “Soms merk je dat iets niet goed is blijven hangen. Misschien omdat een opdracht gewoon niet zo goed werkte in jouw klas. Dan kun je wel slaafs de methode blijven volgen, maar dat heeft dan weinig zin.” 

Beluister de volledige podcast

Voor nog meer tips voor het taal- en leesonderwijs kun je hieronder de volledige aflevering van de podcast beluisteren. Verwacht drie kwartier aan inzichten over de nieuwe kerndoelen en positieve blik op de toekomst. 

Nog geen reacties

Laat een reactie achter