Blog

Wat zijn onderzoeksvaardigheden?

Al vanaf groep 1 kunnen leerlingen leren onderzoeken. Hoe vliegen raketten bijvoorbeeld naar de maan? Of hoe zag de grootste dinosauriër er vroeger uit? Allemaal vragen die leerlingen zelf kunnen beantwoorden (met eventueel wat hulp van de leerkracht). Zo leren leerlingen al vroeg onderzoekend leren, een belangrijke '21e-eeuwse vaardigheid'. Maar wat is onderzoekend leren en hoe zet je dit in, in de klas? In dit artikel leggen we het je uit! 

Onderzoekend leren

Met onderzoekend leren leren leerlingen de wereld kennen door vragen te stellen en deze gestructureerd te beantwoorden. Leerlingen leren over onderwerpen die ze zelf interessant vinden. Dit vergroot de motivatie en autonomie van de leerlingen. En de leerlingen onthouden de stof beter!

Onderzoekend leren gaat volgens verschillende stappen. Zo formuleren leerlingen eerst een onderzoeksvraag, vormen ze hun eigen hypothese, maken ze hun eigen onderzoeksplan en voeren ze deze uit, analyseren ze de resultaten en trekken hun conclusies uit de resultaten.

 

Al vanaf groep 1 onderzoekend leren

Tijdens de kleuterjaren kan de leerkracht onderzoekend leren al spelenderwijs introduceren bij de leerlingen. Wat zien de leerlingen om zich heen? Wanneer de leerlingen een vraag hebben, wat verwachten ze als antwoord? De leerlingen leren zo spelenderwijs over onderzoeksvragen, hypotheses en het uitvoeren van onderzoek.

Dit kan al heel jong en binnen de belevingswereld van de leerling. Wanneer een leerling wil onderzoeken hoe groot het schoolplein is, kan de leerling dit bijvoorbeeld meten door te tellen hoeveel stappen de leerling zette om het hele schoolplein over te gaan. Wil de leerling weten hoeveel zand in een emmer past? De leerling telt het aantal schepjes zand dat hij of zij in de emmer deed. Zo kunnen ook de jongste leerlingen al onderzoeken vanuit hun eigen interesse.

 

De rol van de leerkracht is essentieel

Na groep 1 en 2 worden de vragen steeds wat complexer. Bij elke stap staat de leerkracht naast de leerling en helpt de leerkracht waar dat nodig is. De leerkracht stelt vragen en geeft instructie, richtlijnen en kaders voor het onderzoek. In de onderbouw heeft de leerling vaak een stuk meer begeleiding nodig, waarna de begeleiding elk jaar wat minder wordt. De leerkracht kan uiteindelijk met alleen instructie de leerling zelfstandig een eigen onderzoek laten uitvoeren!